Kunstwerk ‘Takkelingen’

met voorlezen door wethouder en gedicht van stadsdichter  bij de Vuurvogel ingewijd

ASSEN – Eigenlijk viel er woensdag-middag niet veel te onthullen. Dat zou moeten gebeuren met het kunstwerk ’Takkelingen’ van de kunstenaars Albert Dedden en Paul Keizer, maar de takkelingen (jonge vogels die nog niet kunnen vliegen) stonden al veertien dagen op hun stok aan de muur van het MFA Noorderpark aan de Obrechtlaan en iedereen had ze al gezien.

Daarom hadden ze iets anders bedacht, vertelde directrice Irma Veenhuizen nadat zij de vele leerlingen, genodigden en in het bijzonder de kunstenaars in de hal van de Jenaplanschool had ver-welkomd. Zelf las ze een gedicht voor van Han G. Hoekstra. “Daarin komt de symboliek van jonge vogels die nog moeten leren vliegen om hun eigen weg te zoeken duidelijk tot uiting en die past ook heel erg bij onze school en daarom zijn we heel blij met ons kunstwerk”.

Wethouder Maurice Hoogeveen  (Onderwijs) die de onthulling zou  doen vertelde dat hij in het kader van de Voorleesweek van de gelegenheid gebruik wilde  maken voor te lezen uit een boek dat ook bij het  kunstwerk past, ‘Mama kwijt’ van  Chris Haughton.

Dit gaat over een snoezig uiltje, dat al slapend uit zijn nest valt en op zoek moet naar zijn moeder. Een eekhoorn zal hem wel even hel-pen, maar dan moet kleine Uil wel de juiste  aanwijzingen opvolgen om op het goede pad te komen.

Zo komt uiteindelijk alles  goed. Stadsdichter Mischa van Huijstee droeg met veel retoriek en beweging een toepasselijk gedicht voor dat de leerlingen zeker aansprak (zie hieronder).

Als openingshandeling was gekozen voor het loslaten van vijf duiven, evenzeer van symbolische betekenis.  Vliegvaardig geworden kozen ze snel het luchtruim en trokken na enige oriëntatie op hun doel af, gewend als ze waren hun weg te vinden

 

Bijdrage Ineke Heijting

Aangenaam kennis te maken

Hé Hoi Hallo we zijn twee takkelingen,

we hippen rond op onze eigen tak

vermaken ons met takkelingendingen,

die tak is zo gezegd ons onderdak.

 

We komen uit een nest van kunstenaars.

We zijn door twee pappaas geschapen.

Ze maakten ons zo rond, zo geel, zo schaars,

dat mensen vaak met open mond staan gapen.

 

Dat mag natuurlijk hoor, van ons geen kik.

Al is het minder als ze daarbij kletsen.

Je hoort ze roddelen: Ze zijn zo dik

en lomp, waarmee ze ons een beetje kwetsen.

 

Uiteindelijk gaat dat geklets vervelen.

Het leven is te mooi en ’t duurt maar kort.

In plaats van zeuren kun je beter spelen:

we doen het liefst een potje ganzenbord.

 

Het is zo leuk hier op ons stokje.

We glimmen van plezier en van de lak,

in verentruitje en in veren rokje,

pas later krijgen we een verenpak.

 

Dat is wat warmer en het staat zeer elegant.

En bovendien zitten er vleugels aan.

Enorme lappen, één aan elke kant,

gereed om in de toekomst uit te slaan.

 

We denken wel eens over dat moment.

Dat het gedaan is met de Takkelingendingen.

De datum is nog niet precies bekend,

wel dat we dan van deze tak afspringen.

 

Dan horen we daadwerkelijk bij de groten

en noemen ze ons nooit meer stuntelaars.

We scheuren door de lucht als stuntpiloten

en worden nagekeken door bewonderaars.

Mischa van Huijstee