Alles uit de Kast 2020

Alles uit de kast voor 75-jarige herdenking Operatie Amherst

Operatie Amherst was een geallieerde commando-actie die plaatsvond in april 1945. “In de nacht van 7 op 8 april zijn hier parachutisten gedropt. De hoofdreden was dat alle bruggen over het water in Drenthe geborgd moesten worden en dat de Duitsers daar geen vernielingen konden aanbrengen, zodat de Canadezen en de Polen er vrij overheen konden. Wat ze ook moesten doen was onrust zaaien onder de Duitsers. Daar hadden ze het Nederlandse verzet bij nodig”, zegt Harold de Jong uit Assen.

Een levensgevaarlijke onderneming? “Natuurlijk. Dat is alles wat met oorlog te maken heeft. De mannen hebben een bijzondere opdracht uitgevoerd. Diep in vijandelijk gebied. In kleine groepjes. Onrust veroorzaken en links en rechts liepen de Duitsers rond. Maar we hadden hier ook foute Nederlanders. NSB’ers en de Landwacht. Niet iedereen was fout, maar we hadden er een paar tussen zitten, die waren echt héél fout”, aldus De Jong.

Heel Drenthe doet mee

Dit jaar is het 75 jaar geleden en de herdenkingen in Drenthe worden groots aangepakt. De Jong: “9 april is de herdenking bij het monument van de Franse parachutisten in Assen. ’s Middags gaan we naar de Koelenweg in Huis ter Heide, daar houden we ook een herdenking. Hierbij zullen nabestaanden en een enkele veteraan bij aanwezig zijn. Omdat de 11e Luchtmobiele Brigade, waarvan een van de bataljons in Assen zit, een oefening houdt, hebben we het voor elkaar gekregen dat daar die middag, als het weer het toelaat, ongeveer 80 parachutisten uit een vliegtuig springen. 10 april herdenken we in Gieten en daarna gaan we naar Spier.

Zaterdag dragen we de Franse gasten over aan Westerbork, daar is ook ‘Keep them Rolling’ en een groot defilé etcetera. Er komen dus Fransen, nabestaanden en familieleden deze kant op. En heel Drenthe doet mee.” Kolonel Harold de Jong is beroepsmilitair en coördinator van de Stichting die de herdenkingen organiseert. Hij schreef: ‘Franse para’s in Drenthe, 8-12 april 1945′. Het boek wordt 28 februari in Assen gepresenteerd, tegelijk met een stadsexpositie over Operatie Amherst. Vanaf tientallen banieren zullen de gezichten van de Franse soldaten over de binnenstad van Assen uitkijken. Ook komen er videoschermen.

 

Met schrijver Harold de Jong mee in de auto (Rechten: RTV Drenthe / Sophie Timmer)

Tour rondom Assen

We stappen bij De Jong in de auto voor een kleine ‘Operatie-Amherst-tour’ rondom Assen. “De operatie liep vooruit op de bevrijding van Noord- Nederland. 702 Franse parachutisten landden onder meer over Noord-Drenthe. Ze zaten hier maar 5, 6 dagen. Het waren 47 groepjes met parachutisten, dat noemen we een stick, elke stick bestond uit 15 jongemannen.”

We zijn vertrokken vanuit Assen en De Jong stopt de auto bij onze eerste halte: een klein gebouwtje links van de Norgervaart. “Als je hier om je heen kijkt zie je open weilanden, rechts ligt Kloosterveen, dat was er toen nog niet. Voor de planners in Engeland was het een ideale locatie om sticks te laten landen. Maar Nederland staat bekend om z’n konijnenholen, er waren toch nog zo’n tien tot twaalf man die hun enkel hebben gebroken.” Of nog erger. En daar staan we nu, De Jong vervolgt: “Luitenant de Sablet D’Estieres is hier verdronken in een dwarssloot. Een deel van z’n uitrusting zat aan zijn been vast. Toen ze hem vonden zagen ze alleen het topje van zijn helm. Hij was een van de leiders van de stick waar hij bij zat. De tweede man miste meer mensen, die is gaan lopen en heeft onderweg nog een gevechtsactie uitgevoerd.”

Landwacht Tiette Blauw doodgeschoten

We rijden verder langs de Norgervaart, De Jong vertelt over de moord op een landwacht, vlakbij: “Er was groot alarm bij de Duitsers nadat die nacht de parachutisten landden. Tiette Blauw was een landwachter die de hele nacht op Franse soldaten had gejaagd. Zondagochtend 9 april kwam hij tegen een uur of half zes thuis. Tegelijkertijd was luitenant Charles Picard op zoek naar zijn maat die verdronken was, maar nam wel het besluit: we gaan door. Aan de andere kant van het water waar we nu rijden is hij in colonne met zijn Franse parachutisten voorwaarts gegaan, hij moest eigenlijk naar De Vledders.”

“Toen kwamen ze hier uit bij een boerderijtje, dat bestaat niet meer, en daarachter stond het woonhuis van Tiette Blauw. Hij was net thuis, samen met drie andere landwachters en zijn zus. Picard komt hier aan lopen en ziet dat er licht brandt, hij luistert bij de luiken en heeft waarschijnlijk geluid gemaakt. Blauw komt naar buiten in z’n donkere uniform. Het enige wat luitenant Picard op dat moment kan doen is zijn wapen gebruiken en Picard schiet Blauw dood.”

“Hij is daarna heel snel, met de stick, een klein stukje deze weg afgerend, daarna links het bos in en helemaal rond, achter Huis ter Heide langs. Toen hij door dat bos liep hingen in alle bomen parachutes. Dat was de stick van Boulon.”

 

Stick Legrand voor vertrek naar Gasselte (Rechten: ECPA Parijs, archief J. Bruggink)

Gevecht aan de Koelenweg

We rijden over de Koelenweg en slaan af bij een grote boerderij aan onze rechterhand. De Jong: “We staan hier aan een heel groot weiland met uitzicht op Kloosterveen. Achter de hoogspanningsmasten ligt de kazerne van Assen. En daar heb je een boscomplexje, de Lariks. De boer die daar zat, Slofstra, heeft Franse soldaten meegenomen door de weilanden deze kant op. De stick had een uitdaging, want een van de mannen had zijn enkel gebroken. Ze liepen door de donkere nacht, door het zompige land, vaak door sloten, helemaal uit elkaar getrokken; mensen raakten de weg kwijt… chaos. Eenmaal bij de boerderij wilden ze rusten. De familie Buist van een eindje verderop heeft ze van eten voorzien.”

“Het waren de landwachters die de Fransen hebben verraden: Het is nog vroeg in de ochtend, het schemert. Eén van de Fransen kijkt naar buiten, ziet aan de overkant Duitsers aankomen in de mist. Ze vechten anderhalf uur, met zeven man. Tijdens het gevecht schieten de Duitsers de boerderij in brand. Op dat moment kunnen er drie naar buiten komen buiten, drie verbranden levend.”

De Jong wijst naar het monument aan de muur: “Hier zijn zes Fransen om het leven gekomen. Gevallen als helden. Eén heeft het overleefd. Kijk, het staat hier: zes namen staan er op de plaquette. Van het Derde regiment Chasseurs Parachutistes. Jean Valayer was luitenant en de overigen waren soldaten. Eén van hen was Ibrahim Azem. Een Syrier. Hij ligt in Nederland begraven. In Kapelle.” We praten over het lied dat zanger Frans Westenbrink ooit over hem schreef. Een ode aan Ibrahim Azem, de Syrische soldaat: ‘Hij wus niet iens waor Drenthe lag’.

De Syrier Ibrahim Azem. Veur hum zing ik dit requiem. En veur soldaot Pierre Valayer. Die hooplijk rost ien vree, Marcel Leveque, Pierre Bevalot, Robert Spina, Jean Munch en zo. Ien Zeyerveld een monument. Gien Drent hef ze ekend.”

Tekst en lied Frans Westenbrink

 

Harold de Jong voor het monument aan de Koelenweg, Huis ter Heide (Rechten: RTV Drenthe / Sophie Timmer)

Het tekent kolonel Harold de Jong dat hij honderden Franse parachutisten bij naam en rang kent. De operatie gaat hem aan het hart. Ook op een professioneel-militaire wijze. Er waren al boeken over het onderwerp, wat voegt het zijne toe? “We hebben wat er was herschreven.” Wat er was is het standaardwerk van Roger Flamand, in het Nederlands vertaald door Assenaar en militair Jaap Jansen. “Na de oorlog zijn er best veel Franse parachutisten terug geweest, en er zijn heel wat handgeschreven briefjes die nooit in het boek van Flamand terecht kwamen. We hebben nu alle verhalen aan elkaar geknoopt, de operatie van stap tot stap gevolgd, met de kaarten erbij.”