Hans Heyting

Johannes Heijting

Bronvermelding:
‘Schilders van Drenthe’. Roel Sanders.
Dit zeer fraai uitgevoerde boek is te bestellen onder ISBN 90-6509-604-3

Wat er in de loop van de tijd ook voor mooier, nieuwer, duurder speelgoed is gekomen, sommig speelgoed is tijdloos. De Drentse schilder Hans Heyting maakte dit stilleven van het klassieke kinderspeelgoed (DMA)

heyting_grootBiografie van Johannes Heijting ( Beilen 13.08.1918 – Assen 09.07.1992 )

Hans Heijting, die zijn naam altijd als Heyting schreef, was de zoon van een klompenmaker die door stropen en vissen een aanvulling op het karig gezinsinkomen probeerde te verwerven. Met hem zwierf Hans graag door het veld. De verbondenheid die hij met de natuur voelde maakte dat de schooljaren een kwelling voor hem werden. Op de technische school waar hij zich tot elektricien zou laten scholen, nam dit zodanige vormen aan, dat hij zon op middelen om aan deze wurggreep te ontkomen. Tenslotte blies hij het fietsenhok op. Dit had het gewenste effect: hij werd voorgoed van school verwijderd.

In die tijd besloot Heyting kunstschilder te worden. Hij nam les van Louis A.Kortenhorst, schilder en tekenleraar in Assen. Contacten met H.Fernhout (ex-echtgenoot van Charley Toorop) en met de godsdienstonderwijzer G.A.de Ridder droegen er verder toe bij dat hij thuis raakte in de wereld van de schone kunsten. In de oorlog belandde Heyting in Borger, waar hij onderdak vond in het Groene Kruisgebouw. Door het verwerven van portret opdrachten probeerde hij zich, evenals de in die tijd eveneens in Borger verblijvende Anton Heijboer, in leven te houden. Het is meermalen voorgekomen dat in ruil voor een tekening of een verhaal een maaltijd werd verkregen.

Na anderhalf jaar moest echter het pand, dat inmiddels bij de bevolking als “Rembrandt-plein” bekend stond, worden verlaten en Heijboer reisde af naar Haarlem. Tevoren hadden beiden nog behoord tot de oprichters van de vereniging “De Drentse Schilders”. Deze vereniging bestond van 1946 tot 1953. Heyting werd geen lid van het daarna opgerichte “Drents Schilders genootschap”, omdat hij vond dat hij onvoldoende talent had om tot de gerenommeerde schilders te worden gerekend. Twijfel aan eigen kunnen klinkt door in het gedicht Schilder:
…Waorum nog wieder knooien? Is alles wat e döt, niet beter daon?
Penseel en palet werden langzamerhand vervangen door pen en papier. Als schrijver en dichter manifesteerde hij zich steeds duidelijker. Maar de overgang was vloeiend. Zijn eerste onderwerpen waren nauw verbonden met de schilderkunst, maar meer en meer ging hij over op het schrijven van toneelstukken, kinderboeken, gedichten en radioteksten. Zijn literaire werk is goed ontsloten en heeft veel waardering ondervonden. Van zijn schilderkunstig oeuvre, dat voor een deel bij een brand verloren is gegaan, wordt weinig in de openbaarheid aangetroffen. Zelf vond hij dat ook maar het beste. Literatuur:

• Roel Reyntjes, “Hans Heyting. Portret van een veelzijdig kunstenaar”, In: Maandblad Drenthe, jrg.44, nr.6 (1973) 121.
• R.Ootjers, “Johannes Heijting (1918-1992)”, In: Drentse blografieën, deel 5 (Groningen, 1997) 55.

In memoriam Hans Heyting

Bronvermelding:
‘Oeze Volk, maondblad in de Drentse taol’; 36e jaorgang – no. 6 – juni 1992. Een artikel van Gerard Nijenhuisportret_nieuw

 

Hoe zwak as e ok was de leste jaoren, altied weer trof je zien levenslust. Hans Heyting was ’n man die de beperkings van zien lichaomelek gestel overwun, zoas e zo veul in zien leven overwinnen mus veur e zien eigen weg kun gaon. Om dat te doon wat as e doon wol: tekenen en schrieven. Hans Heyting weur in 1918 geboren in Beilen. Zien vaoder was klompen-maoker en tekende ok graog. Kan wezen dat Hans van hum leerd hef dat e naor de dinger kieken mus. Want dat was e – één die heul scharp waornimp en wat e zöt pebeert te vangen in ’n beeld. In ’t begun dee e dat deur zien waornimmings vast te leggen in tekenings en schilderijen. Heul veul petretten meuk e, benaom van kinner. Zien grote inspiraotie daorbij was ’n wichie oet Beilen – Ina Konings – dat vro störven is. Eerst tekende heur en laoter beschreef e heur in zien gedichten.

In de loop van de tied gung Hans Heyting meer en meer over van schil¬deren op schrieven. Doe e in de oorlog weg mus oet Beilen, kwam e in Borger – en dat dorp weur hun lief boven alle anere. Daor schreef e zien gedichten, tenielstukken en laoter ’n heule riege kinnerboken. De wereld van het kind was hum eigen. Het spontaone, de humor, het je niks antrekken van wat wel of niet mag – dat was wat Hans Heyting in kinner trok. ’t Mooiste van alles wat e schreven hef, bint veur mij zien drèense gedichten. Die gedichten bint zuver van taol, beeldend as ’n schilderij – en kompleet van dizze tied. De Rono – laoter Radio Noord – ontdekte dat e niet allen gloepens mooi schrieven kun – gedichten, radioschetsen – teksten over poëzie, alles – maor dat e bovendien ’n radiostem har as gien aner.

Jaoren lang was e één van de bepaolende stemmen van t Drèens Program mao van Radio Noord. ’t Is haost niet te geleuven dat die stem, dat warme geluud dat zo zacht kun klinken as ’n aai over je wang – daj die stem nooit meer in ’t echt heuren zult… In de kaomer an ’t Rozendaol in Borger, daor e woonde, tot en met verzorgd deur zien vrouw Wil – en waor e oetkeek, toe ’t glas oet, met ogen die alles zagen. Hans Heyting, ’n mèens die boven zien beperkings oet kwam. ’n Vrij mèens. ’n Onofhankeleke. In zien gedicht Ponskaort gef e dat heul zuver weer. De dichter zeg in dat gedicht dat as de computer van zien leven aofslat, dat e hoopt dat de Programmeur zeggen zal: Kiek hij kun niet kreuken.

Net as die ponskaort was Hans op. En nou ’t gebeurd is, in zien veeren zeuventigste, dat zien computer de stried op gaf – nou kun wij die urn hum gaven, zeggen: ’t is waor, hij kun niet kreuken.
Wanneer de computer
van mien leven ofslat
nao ’n x – antal jaoren,
deurdat de stroomkring
veurgped is verbreuken,
dan hoop ik, dat
mien ponskaort totaol
versleten is en riek
an ponsgaten, maor
nog zuver – egaol.

Opdat de programmeur
zeggen zal: Kiek
hij kun niet kreuken.