die er wat toe doet dnk

Een kleine geschiedenis van De Kolk en het ‘Drents Kwartier’

Een toespraak ‘die er wat toe doet’ op de afscheidsreceptie van Bert Naarding door Chris van der Veen

Een nieuw theater in Assen. Daarover praten we in deze goede stad nu al enige jaren. Om precies te zijn: 107 jaren. In 1897 stond op deze plek aan de Vaart het woonhuis van de heer De Bie, die er goede koffie en klare wijn schonk, waar gebiljart kon worden en waar verenigingen in een bovenzaaltje hun kunsten vertoonden. Maar Assen wilde meer.

Weldra zou de stad 100 jaar zelfstandig bestaan en daar hoorde een goede inrichting voor maatschappelijk verkeer bij. Aan de Collardslaan was een geschikt stukje grond voor totale nieuwbouw beschikbaar, maar de notabelen van toen achtten nieuwbouw niet rendabel. Het leverde hen te weinig financieel voordeel op. Daarom koos men voor de verbouw van het woonhuis aan de Vaart met een nieuwe concert- en comediezaal daarachter. Het is de zaal waar wij ons nu bevinden. Ander kleurtje, ander lichtje, maar nog heel veel van hetzelfde.

In de jaren 70 van de vorige eeuw doken voor de tweede keer nieuwbouwplannen op. Een nieuw theater, wellicht op de plaats van Bellevue? We weten inmiddels dat het er niet van kwam, evenmin als van alle andere plannen. De Kolk, zoals dit gebouw inmiddels heette, zou tot op de dag van vandaag verstrikt blijven in een kluwen van goede bedoelingen, tijdelijke verbouwingen en aanzienlijk achterstallig onderhoud.

Toen ik het gebouw in de jaren 60 leerde kennen, was het aan de Vaartzijde een onneembare vesting. De voorzijde van het gebouw was geheel in gebruik als garnizoenskantine, daar hadden burgers niets te zoeken. Met de eerste directeur kwam er nieuw leven in het oude Concerthuis dat voortaan als ontmoetingscentrum De Kolk door het leven zou gaan. De voorzijde kreeg een nieuwe pui met veel glas, van boven tot onder. Alleen winkels hadden dat. Achter het glas zag je een open haard en enkele comfortabele rode fauteuils. Menigeen dacht dat het hier om een meubeltoonzaal ging en daar stapte men maar niet zo een twee drie naar binnen. De stoelen waren altijd leeg, want Assenaren laten zich niet graag bekijken, zeker niet achter glas. De Kolk kreeg zoals gezegd een directeur en ook een bestuur. Het aantal bestuursleden overtrof regelmatig het aantal bezoekers aan een voorstelling. De directeur vertrok na korte tijd. Hij moest het doen met een wethouder die zei met cultuur weinig op te hebben en dat vond hij boter aan de galg.

De tweede directeur kreeg het na enkele jaren met zijn veelkoppige bestuur aan de stok over een pikant onderwerp: de nieuwbouw. Het ging hem allemaal niet snel genoeg en hij vertrok. Directeuren stapten op, personeelsleden lapten op. Ze plamuurden de scheuren in de muren weg, hielden de totaal verouderde verwarming tot op de dag van vandaag met kunst en vliegwerk aan de praat en renden bij enige regenval met emmers door het gebouw om het water van alle lekke daken op te vangen.

Het gebouw is inmiddels zo rot als een slecht gebit, het personeel lacht als een boer met kiespijn. De Kolk gaat tegen de vlakte, zei men in 2000. Het is het laatste seizoen in dit theater, verkondigde de laatste directeur die heden uit ons midden vertrekt. Omdat de plannen niet vorderden, riep hij dezelfde woorden het volgende jaar weer. En het volgende jaar weer. Zijn afscheid viert hij nu in de zaal die hij persoonlijk al drie keer voor gesloten heeft verklaard.

De Kolk gaat tegen de vlakte, zegt men. Ik geloof het niet voordat ik het zie. En dat terwijl Assen toch een naam op sloopgebied heeft op te houden. Het is niet voor niets in 2005 de culturele sloopstad van Drenthe. De afbraak van de tribune op het Stadsbroek is daar een recent voorbeeld van. Voor 2006 heeft men een nieuw contract met de toekomst in de pen. Op 1 januari a.s. wordt een nieuwe sloopregeling van kracht, de leven-sloop-regeling. Van Chinezen wordt gezegd dat ze geen waarde hechten aan oude gebouwen, althans niet in eigen land. Zonder enig bezwaar verdwijnen historische panden uit hun stadsgezicht. Men heeft het gevoel dat in oude dingen te veel pijn en moeite liggen opgeslagen. Waarom zou je de herinnering daaraan levend houden?

Het leven van De Kolk is meer dan honderd jaar pijn en moeite. Maar wij zijn toch geen Chinezen? Op ditzelfde toneel liggen de pijn en moeite van Eduard Douwes Dekker die als Multatuli (= ik heb veel gedragen) voor deze zaal stond en met zijn koloniale waren ook Assen probeerde wakker te schudden. Hier op dit toneel stonden Rika Hopper, Louis Bouwmeester, Mary Dresselhuys en Ko van Dijk. Ank van der Moer en Han Bentz van den Berg deden niet voor elkaar onder in hun angst voor Virginia Woolf. Hier klauterde de vlegel Herman van Veen dwars door een vleugel, hier proefden de broertjes van Kommil Foo hoe het is om als twee Belgen in ander land geëerd te worden.

We zijn nu zover gekomen dat Assen het moet stellen zonder eigen theater. ’t Is maar tijdelijk, zegt men. Voorlopig moeten we het doen met een cultureel noodrantsoen, verspreid over de stad.

Het NNO heeft kerkasiel gekregen in de Jozefkerk, de moord op John Lennon vindt geheel in stijl plaats op het Messchenveld, het dubbelcabaret jong en onbekend laat men voor het gemak maar optreden waar alles jong en onbekend is: in het Nassaucollege.

Wanneer gaat het nu echt eens gebeuren in Assen? Waar blijven de notabelen van de tweede honderd jaar, de notaris, de bankier en de advocaat die het huidige bestuur vormen. Ander gezicht, ander kostuum, maar nog steeds heel veel van hetzelfde, net zoals deze zaal, weet u wel.

Een paar weken geleden riep cultuurgedeputeerde Schaap van Drenthe dat Assen nu toch wel eens een keertje mocht opschieten om een echte stad te worden. Hij was blij dat de gemeente het stokje had overgenomen van de man die in Assen iets groots zou verrichten. Zijn naam was dan weliswaar van Eijl, maar hij deed zijn naam beslist geen eer aan. Er gingen weer kostbare jaren verloren. In de jaren 80 riep de toenmalige directeur al dat het vijf voor twaalf was met De Kolk. We zijn inmiddels ruim 20 seizoenen verder en we zitten nog op een paar slecht gerenoveerde stoelen. Het wil gewoon maar geen twaalf uur slaan. Ik denk dat ik weet waarom. Om twaalf uur staat er iets bijzonders op het programma. Dan breekt er een nieuw kwartier aan, een cultureel kwartier. Daarvoor is men nog steeds kwartier aan het maken. De bibliotheek wordt partner tegen wil en dank en het Drents archief wordt er met de grijze haren bijgesleept, dan krijgt het kwartier tenminste nog een Drentse uitstraling. Zolang het allemaal maar niet doorgaat, stel ik voor de naam Cultureel kwartier te laten schieten. Omdat iedereen op iedereen zit te wachten, stel ik een andere naam voor: Drents kwartier.

Ik zet verleden en toekomst even op een rij. In 2007 is Assen 200 jaar zelfstandig. In 1907 was dat 100 jaar het geval en het werd gevierd in deze zaal. Wij redden het niet om een nieuwe Kolk in 2007 klaar te hebben. Maar in 2009 heeft Assen 200 jaar stadsrechten. Zijn we het niet aan onze stand en aan onze stad verplicht om dan een nieuw theater te hebben?

Bert Naarding kan vanuit zijn nieuwe theaterfunctie in Baarn zien hoe de zaken tussen nu en 2009 verlopen. Hij – voor wie het doek vanavond valt – zal er ongetwijfeld bij willen zijn als het doek voor een nieuwe Kolk opgaat. Of deze Schouwburgzaal ook in de nieuwbouw wordt opgenomen of zal worden gesloopt: wie zal het zeggen. Wat zeker is is de plaats van de nieuwbouw. En daarom kan ik rustig tot Bert zeggen: hopelijk tot in 2009, same time, same place in het DRENTS KWARTIER.

bron asser journaal