Spraakmakende branden

Bronvermelding: Zie onderaan.

 

Oefening met de autospuit en rookmaskers bij de Kolk in 1931

Brand staat borg voor heftige emoties – angst, woede, wanhoop, onmacht – en wordt bestreden door een team van onverschrokken, goed getrainde professionals en vrijwilligers. Ook in Assen en de directe omgeving staan deze mensen paraat om erger te voorkomen en te redden wat er te redden valt. Op deze pagina een overzicht van spraakmakende branden en de bestrijding hiervan in Assen.

De jaren vijftig en zestig

In de tweede helft van de jaren vijftig kreeg Assen te maken met enkele grote branden. Op zondag 26 mei 1957 brak brand uit in het pand van Vogelzang aan de Gedempte Singel, waarbij voor handhaving van de orde zelfs militairen werden ingezet (zie foto hieronder) Op 28 november 1957 brak brand uit in een woning aan de Oranjestraat. Ook het schakelstation aan de Paul Krügerstraat werd die dag door brand getroffen, waardoor omliggende gemeenten zonder stroom kwamen te zitten. Op 18 maart 1958 vernielde een grote brand in woonoord Schattenberg een aantal barakken. Het Asser korps kreeg met de aanleg van de TT-baan als permanent motorcircuit binnen de gemeentegrenzen de verantwoordelijkheid voor de totale brand-beveiliging.
Bij de start van een race, in het rennerskwartier en langs de baan waren ongeveer zestig brandweerlieden nodig. Het Asser korps werd bijgestaan door korpsen uit omliggende gemeenten, maar hoefde slechts een enkele keer in actie te komen. Tijdens de grote heidebrand bij het Meeuwenmeer tijdens de TT van 1960 gingen behalve brandweerlieden ook honderden toeschouwers het vuur met takken te lijf. Ze werden later bijgestaan door militairen van het Asser garnizoen. Door goede samenwerking werd het vuur bedwongen. De branden toonden aan dat, mits je over goed materieel beschikt, de brandweer haar taak goed kon uitvoeren.

 

Brand bij Vogelzang aan de Gedempte Singel op zondag 26 mei 1957

De jaren ’70; chaos en schietpartijen

Als gevolg van landelijke problemen met de Zuidmolukse gemeenschap waren in het begin van 1975 de spanningen in de stad duidelijk voelbaar. Daarom mocht bij een brandmelding vanuit de Molukse woonwijk alleen onder politiebescherming worden uitgerukt. In maart ontdekte de bewaking van het Huis van Bewaring tegen half drie ’s nachts brand in het gerechtsgebouw aan de Brinkstraat. Dikke rookwolken kolkten uit de ramen van de raadskamer op de begane grond. Er werd groot alarm gegeven. Bij het openen van de uitrukdeuren ontdekte een brandweerman ‘planken’ voor de deuren, die snel aan de kant werden gegooid. De uitruk had geen vertraging. De vuurhaard was snel onder controle, maar dat de raadskamer volledig uitbrandde kon niet worden voorkomen.

Dat de brand zich niet verder had kunnen verspreiden was mede te danken aan de dubbele deuren in het pand. Achteraf bleek in bijna alle vertrekken op de benedenverdieping van het rechtbankgebouw een mengsel van benzine en petroleum te zijn gesprenkeld. Het was duidelijk de bedoeling van de daders het hele gebouw in vlam te zetten. Later bleek dat de planken voor de uitrukdeuren ‘spijkerplanken’ waren met tientallen grote nagels. Op zulke lange spijkers zouden de banden van de blusvoertuigen zondermeer lek zijn gereden, wat een behoorlijke vertraging zou hebben betekend. In juli 1977 was het gerechtsgebouw opnieuw doelwit. Deze keer werd een drietal molotovcocktails (flessen benzine met een brandende lont) door de ramen gegooid. Dankzij de snelle aanwezigheid van de brandweer bleven de gevolgen beperkt.

Achteraf vond de politie in de struiken meer projectielen. In verband met de aanstaande berechting van de Molukse treinkapers (Wijster, december 1975 en De Punt, mei-juni 1977) begon de maand september zeer rumoerig. Een deel van de binnenstad rond het gerechtsgebouw was door politie en Mobiele Eenheid (ME) hermetisch afgesloten. In verschillende gebouwen werd wacht betrokken en een deel van de brandweer was gevraagd paraat te zijn. De spanningen ontlaadden zich in rellen en op verschillende plekken brak brand uit. Onder bescherming van de ME had de brandweer deze vrij snel onder controle.

 

Het nablussen van de brand in de kleuterschool Kleuterhaven in 1977

Bij ongeregeldheden aan de rand van de Molukse woonwijk in Assen werden de kleuterscholen Kleuterhaven en ’t Kievitsnest een prooi der vlammen, nadat er benzinebommen naar binnen waren gegooid. En hoewel de brandweer met man en macht probeerde de brand in te sluiten, bleken de houten schoolgebouwen niet te redden.

Plotseling klonken er schoten. Een politieman werd in zijn buik en linker arm geraakt. Daarop werd de ME’ers teruggetrokken. Ook de brandweer kreeg het bevel zich terug te trekken, waarbij slangenmateriaal moest worden achtergelaten. De ME met hun witte helmen en de brandweer met hun fluoriserende persluchtflessen bleken een te gemakkelijk doelwit voor de schutters. Zonder politiebescherming keerde men terug naar de kazerne.

En dat terwijl de klus bijna was geklaard. Vanaf dat moment kregen de vlammen weer vat op het geheel en sloegen zelfs over op het er naast gelegen Rode Kruisgebouw. Ondanks de vele telefoontjes die bij brandweer en politie binnen kwamen, mocht er niet worden uitgerukt. Ondertussen werd er op hoog niveau overlegd. Vanuit de slangentoren waren steeds dikkere rookwolken boven dat deel van de stad te zien. Toen kwam de opdracht op te rukken naar het politiebureau aan de Weierstraat en daar te wachten. Nog nooit hadden korpsleden zich zo hulpeloos gevoeld bij het zien van dikke rookwolken en de opdracht het vuur niet aan te vallen.

Met de komst van pantservoertuigen van de Koninklijke Marechaussee kwam ook de toestemming om onder hun bescherming en die van ME-pelotons terug te gaan naar de Talmastraat en omgeving om het vuur te bestrijden. Al die tijd had het vuur gretig om zich heen gegrepen en inmiddels ook het Rode Kruisgebouw bereikt. Zelfs het er naastgelegen kerkgebouw van de Jehova’s liep gevaar. De brandweer werd door omwonenden met gefluit én applaus ontvangen. De klus werd zonder verdere problemen geklaard. Met twee scholen geheel verwoest, het Rode Kruisgebouw zo zwaar beschadigd dat het later moest worden afgebroken en de kerk die gespaard bleef, was het korps een hele er varing rijker.
Op donderdag 8 september 1977 kopte de krant: ‘Complete chaos na branden en schietpartijen in Assen.’

Brand in de LTs aan de Industrieweg op 12 maart 1977

Een brand die veel indruk maakte was die in de Lagere Technische School in 1977. In de avond van 12 maart 1977 kwam de melding van een uitslaande brand in de LTS aan de Industrieweg. Geassisteerd door de korpsen van Rolde, Smilde en Vries (totaal 79 brandweerlieden) werd de brand urenlang met meer dan twintig stralen bestreden.

Door de verlaagde houten plafonds, licht brandbaar materiaal in de puien én openstaande deuren naar de gang en de hal kon het vuur zich snel door het gebouw verplaatsen. De luchtkokers in de gangen werkten als goed trekkende schoorstenen. Van het toen zes jaar oude schoolgebouw werden tien lokalen, de grote aula en de kantoorruimten van directie, administratie en personeel volledig verwoest. Van de hal en de liftschacht met het trappenhuis bleef weinig over. Ongeveer dertig lokalen liepen grote rook- en roetschade op. De totale schade werd geraamd op tien miljoen gulden. In een vergadering na afloop sprak burgemeester Masman zijn grote waardering uit voor de inzet van de brandweerlieden tijdens deze ernorme brand

Een hoop verwrongen staal na de brand in het Mercurius winkelcentrum in 1979

In de nacht van 20 februari 1979 werd de brandweer gealarmeerd door een enorme brand in het Mercuriuswinkelcentrum. Het vuur was kort na middernacht door voorbijgangers ontdekt. Ondanks assistentie door de korpsen van Rolde, Vries, Beilen en Smilde (twaalf voertuigen, 25 stralen en 89 brandweerlieden) kon niet worden voorkomen dat het vuur zich verspreidde. In zeer korte tijd brandden zestien winkels geheel uit.

Uiteindelijk kreeg men na ruim twee uur blussen grip op het vuur en kon het teken brand meester worden gegeven.
Een andere en moeilijk te bestrijden brand was die bij de VAM te Wijster op 11 mei 1980. Het betrof een zich snel uitbreidende brand die met veel rook en stank gepaard ging. Verbrande papierresten kwamen tot ver in de omgeving terecht. De hoge rookkolommen waren tot in Assen en Emmen, ja zelfs Meppel te zien. Pas na een etmaal was de brand onder controle. De bedrijfsbrandweer was nog dagen met nablussen in de weer.

Uit het gebouw van het sociaal werkvoorzieningschap Cewaco aan de Plesmanweg stegen op 23 mei 1980 enorme zwarte rookwolken op. In het pand bevond zich de meubelmakerij en de Dienst Buitenobjecten. De vijfentwintig medewerkers van de Manoumeubelen en enkele buitendienstmedewerkers wisten bijtijds een goed heenkomen te zoeken. De enorme knal veroorzaakt door het ontploffen van een zuurstoffies was in de hele stad te horen. Andere knallen werden veroorzaakt door het uit elkaar springen van verf- en lakbussen. Vermoedelijke oorzaak van de enorme brand was het vlam vatten van een omgevallen jerrycan met brandbare vloeistof dichtbij een kachel. Met acht stralen en twee waterkanonnen werd het vuur bestreden.

Prins Bernhardhoeve en Gouden Leeuw

Op zondagochtend 16 februari 1986 woedde in de Prins Bern-hardhoeve in Zuidlaren de grootste brand sinds jaren. Nachtwakers ontdekten het vuur in het beurscomplex rond zeven uur. In de door 240 standhouders gevulde hallen zou de volgende dag de Hores-cabeurs van start gaan. Meteen werd door het Zuidlaarder korps om assistentie van de omliggende korpsen gevraagd. Al snel stonden de vijf hallen in lichterlaaie en moesten als verloren worden beschouwd. Begeleid door ontploffende gasflessen, springende ramen en doffe dreunen van instortende muren en staalconstructies stegen gitzwarte rookwolken op uit het zalencomplex. De immense rookontwikkeling hulde het dorp in duisternis.

Uit voorzorg werden gasten van het Brinkhotel en de Gouden Leeuw gewekt. Niet veel later waren het hotel en de dancing een prooi der vlammen. Alle vijf hallen van het beurscomplex, het Brinkhotel en bar/dancing De Gouden Leeuw gingen verloren. Tegen tien uur kon de vlammenzee tot staan worden gebracht en om twaalf uur was ze onder controle. Naburige panden en woningen liepen rook- en waterschade op. Door de vrieskou veranderden brandweermensen in ijsmannetjes en zorgde bevroren bluswater voor lange ijspegels. In het heetst van de strijd waren zo’n honderd brandweerlieden met dertien blusvoertuigen in actie, het Asser korps met twee tankautospuiten, de ladderwagen en de mobile persluchtcompressor. ‘Zwarte dag voor Zuidlaren’ meldden de kranten de volgende dag, ‘Het hart is uit het dorp weggerukt.’ De commandant van Zuidlaren sprak van een nederlaag voor de brandweer.

Brand in het winkelcentrum aan de Nobellaan, Nieuwjaarsdag 1991

In de vroege ochtend van Nieuwjaarsdag 1991 legde een felle brand een vleugel van het winkelcentrum aan de Nobellaan in de as. Surveillerende agenten ontdekten de brand tijdig, waardoor erger kon worden voorkomen. Het vuur was ontstaan na inbraak in een dierenspeciaalzaak. Mede door de houten overkapping verspreidde het vuur zich razendsnel en het magazijn van de supermarkt, een slijterij en de dierenwinkel brandden volledig uit. Het vuur werd bestreden met groot materiaal van het Asser korps, dat hierbij assistentie kreeg van de korpsen uit Smilde en Rolde.

Met een transportleiding vanaf een vijver aan de Nobellaan werd extra water aangevoerd. Vanwege de grote rookontwikkeling en mogelijk in brand vliegen werden woningen boven het winkelcentrum tijdelijk ontruimd. Omliggende winkels en woningen liepen zware rookschade op. Na afloop bleken er geen persoonlijke ongelukken, wel kwamen een aantal dieren in de dierenwinkel om.

De brand bij Geertjes aan de Storkweg

Groothandel Geertjes BV aan de Storkweg werd op dinsdag 15 december 1992 getroffen door een felle uitslaande brand. Vermoedelijk door een explosie brak rond halfeen ’s middags brand uit in een van de twee grote opslagloodsen. Daarbij sloegen de vlammen metershoog uit het dak en dreven dikke zwarte rookwolken in noordelijke richting de stad uit. Roet en rookdeeltjes sloegen neer in Zeegse, Tynaarlo en Vries. Uit metingen werd duidelijk dat de rook geen gevaarlijke stoffen bevatte. Naburige woningen en bedrijven werden ontruimd, waarbij de brandweer tevergeefs probeerde instorten van een zijmuur van het aangrenzende pand van reclameschildersbedrijf Manak te voorkomen.

Intussen waren werknemers bij Manak druk bezig kostbare sjablonen en gereedschappen in veiligheid te brengen. Iets verderop waren bij autobedrijf Tappel de meest kostbare modellen inmiddels naar buiten gereden. Een peperdure Spider werd bij een bouwbedrijf geparkeerd. ‘In de showroom hebben we alles zo neergezet, dat als dat nodig mocht zijn, we de auto’s direct weg kunnen rijden’, aldus Tappel. Bij taleninstituut Dagnall werden computers en andere apparatuur weggehaald. Enkele panden liepen zware rookschade op. Ondanks inzet van veel materieel sloeg de brand over naar een tweede loods. In totaal ging ongeveer 7000 vierkante meter vloeroppervlakte verloren en bleef alleen het kantoorgedeelte behouden.

Het vuur werd bestreden met twintig voertuigen en 120 brandweerlieden van tien korpsen. Toen er door te veel aangesloten spuiten op omliggende brandkranen een te kort aan water dreigde, zorgde het grootschalig watertransport van het korps van Hoogeveen voor voldoende bluswater van uit de haven. De brand kon uiteindelijk vanaf de Storkweg, de Philipsweg en aan de Industrieweg tussen de panden door worden ingesloten. Toen bleek dat de eigen compressoren het tempo niet aankonden, kwam de brandweer Groningen nog ter plaatse met een mobiele persluchtcompressor om te helpen persluchtflessen te vullen.

Bij de brand raakten drie brandweermensen licht gewond, waarvan twee ter plaatse door ambulancepersoneel werden geholpen. Een moest in verband met oogletsel naar het ziekenhuis. De schade werd geschat op ongeveer vijftien miljoen gulden. Door de enorme toeloop van kijkers en de drukte op de Industrieweg, een belangrijke doorgaande verkeerweg, was de politie met 60 man paraat. Zij werden bijgestaan door de verkeersgroep van de KLPD en de Marechaussee. Kort na half drie kon het sein ‘brandmeester’ worden gegeven. Het nablussen duurde nog de hele nacht. Het was voor Assen, sinds de brand in het Mercuriuswinkelcentrum in 1978, de grootste brand. En voor Jan Jobing, die op 31 december 1992 na 37 jaar dienst afscheid van het Asser korps nam, een ‘gedenkwaardig afscheid’.

De brand bij bandenhandel Dikabo aan de Europaweg-Noord

In de nacht van vrijdag 21 februari kwam er tegen kwart voor een ’s nachts bij de meldkamer een melding van een binnenbrand bij de bandenhandel Dikabo aan de Europaweg-Noord. Hierop werd de dienstdoende ploeg C gealarmeerd. Bij aankomst bleek er van een klein brandje onder de overkapping al geen sprake meer. Het vuur had razendsnel om zich heen gegrepen, van band naar band en van rij naar rij. Direct werd korpsalarm gegeven en het korps van Rolde werd opgeroepen. Vanaf het Havenkanaal werd groot watertransport ingezet. Ook de korpsen van Vries, Smilde en Beilen werd om bijstand gevraagd. De melding van ‘zeer grote brand’ volgde ruim een half uur later om 1:14 uur. Hierop werden verschillende brand-bestrijdingpelotons opgeroepen. Uit heel Drenthe en een deel van de provincie Groningen kwamen hulptroepen voor het Asser korps. Ruim tweehonderd brandweerlieden waren urenlang in de weer om uitbreiding van de toch al grote brand te voorkomen. Gelukkig was er aan water geen gebrek. De grote watertransporten konden allemaal afleggen op het nabij gelegen Noord-Willemskanaal.

Inmiddels waren de verbindings- en commandoposten met de verzorgingseenheid ingericht op het terrein aan de overzijde van de Europaweg-Noord. Ook waren hier ambulances stand-by opgesteld. Onder andere vanwege de vele ramptoeristen die op de brand afkwamen, zette de politie de omgeving ruim af. Het verkeer werd ter plekke omgeleid en de Europaweg-Noord werd afgesloten voor verkeer. Inmiddels had de brand dusdanige vormen aangenomen dat ook het er naast gelegen vrachtwagenbedrijf was verwoest. De bussen van Arriva in de grote stalling aan de westzijde van de brand werden uit voorzorg naar het stationsgebied verplaatst.

Ondanks de vette roet- en rookaanslag die overal neerdaalde, lukte het de brandweer de omliggende panden te sparen. Tegen half tien in de ochtend was de brand onder controle. De zuidoostelijke wind dreef de rook over grote delen van het industrieterrein en de wijken Noorderpark, Peelo en Marsdijk. Metingen in het gebied door eigen meetploegen en het RIVM toonden aan dat er geen gevaar voor de volksgezondheid bestond. Wel waren roet en resten glasvezel her en der over het gebied verspreid. Met inzet van veel mensen en materieel kreeg men de brand langzamerhand onder controle en konden de hulptroepen huiswaarts keren. Een enorme rookpluim markeerde nog lange tijd de plaats des onheils.

Het nablussen duurde nog het hele weekeinde en leverde door de vorst mooie ijstaferelen op. De schade liep in de miljoenen, duizenden banden voor vrachtwagens en bestelauto’s gingen verloren. Vele Assenaren stonden zaterdags met hun auto bij de plaatselijke wasstraten om de vette aanslag van hun voertuig te laten verwijderen

Bronvermelding:

Wilt u meer informatie over het wel en wee van de brandweer van Assen?

Bestel dan het zéér informatieve en rijk geïllustreerde boekje ‘Meesters in brandbestrijding, geschiedenis van 250 jaar brandweer Assen’.
Koninklijke Van Gorcum Assen 2000.
Redactie: Martin Hiemink.

ISBN 978 90 9025245 2.

U kunt het boekje via de website van de brandweer Assen bestellen

Mijn bron is In en om Assen