Schapendrijven bij het Witterveld okt 2018

Het doel van de outrun is dat de hond in een wijde boog – linksom of rechtsom – achter de schapen komt zonder deze voortijdig te verstoren. In een goede outrun gaat de hond gedecideerd om de schapen heen, geeft hen voldoende ruimte maar gaat niet zo wijd dat hij het contact met de schapen verliest. Voor de run van elke deelnemer worden de schapen bij de fetchpaal opgezet. De organisatie zal trachten dit zo goed mogelijk te regelen. De opzetters moeten betrachten de schapen onder controle te houden tot de hond contact met de schapen gemaakt heeft.

De lift betreft het eerste moment dat de hond contact maakt met de schapen en ze in beweging zet. Het is ondanks zijn korte duur, toch een zeer belangrijk onderdeel van de run.

Op de fetchlijn staat een poort met een tussenruimte van 6,30 meter.
Vanaf het punt waar de hond de schapen gelift heeft brengt hij deze in een rechte lijn naar het midden van de fetchpoort en vervolgens in een rechte lijn naar de startpaal

Door middel van de drive moet de hond aantonen dat hij, naast het ophalen van schapen tijdens de fetch, ook het wegdrijven van schapen beheerst. Hiertoe is een driehoekig traject met twee drive-poorten uitgezet waarbij de onderdelen wegdrijven van de handler en de schapen op afstand parallel aan de handler drijven, terugkomen. De twee poorten die erin staan hebben een opening van 6,30 meter breed. Bij een goede drive gaat het vooral om het vasthouden van de juiste lijnen (door het centrum van de poorten en de laatste lijn loopt naar het centrum van de scheidingsring), het niet missen van de poorten en zorgen dat de schapen in een rustig, gelijkmatig tempo lopen.

Bovenstaande is een zeer korte uitleg meer te vinden   op   http://www.bcczwolle.nl/regels-en-richtlijnen-bij-wedstrijden-schapendrijven/